- Insolventierecht
- Leila Mstoian - Leo Peeters
- regsol , centraal register solvabiliteit , insolventierecht , faillissement , faillissement aangeven , boeken neerleggen
Een van de doelstellingen van de hervorming van het insolventierecht was de digitalisering van het faillissementsdossier. Hierover werd reeds uitvoerig bericht in een eerdere bijdrage op onze website, die u kan consulteren door hier te klikken.
Het blijft evenwel zo dat elke schuldenaar die niet in de mogelijkheid is om de aangifte elektronisch in te dienen, dit nog uitzonderlijk via de klassieke (papieren) weg ter griffie kan doen, die vervolgens het dossier zelf zal inbrengen in Regsol.
De nieuwe faillissementswet bepaalt welke documenten bij de elektronische aangifte van faillissement moeten worden gevoegd.
De wet stelt ook uitdrukkelijk dat de schuldenaar/vrije beroeper - vanaf 1 mei 2018 kunnen vrije beroepers immers eveneens failliet worden verklaard - bij het neerleggen van de stukken, zijn beroepsgeheim niet mag schenden.
De documenten die de schuldenaar elektronisch bij zijn aangifte dient te voegen, zijn:
1° de balans van zijn zaken of een nota waarin de redenen worden opgegeven die hem beletten de balans neer te leggen;
2° een balans die een staat bevat van activa en passiva alsmede een opgave en een schatting van alle roerende en onroerende goederen, de staat van de schuldvorderingen en de schulden, een tabel van de winsten en verliezen, de laatste behoorlijk afgesloten resultatenrekening en een tabel van de uitgaven; zij moet door de schuldenaar echt verklaard, gedateerd en ondertekend zijn;
3° de gegevens over de plaats waar de boekhouding zich bevindt, met aanduiding of deze gehouden worden door derden; in dat geval de contactgegevens van deze derden en de middelen om een toegang te krijgen;
4° in de mate de schuldenaar personeel tewerkstelt of heeft tewerkgesteld de laatste achttien maanden:
5° een lijst met naam en adres van de klanten en leveranciers;
6° de lijst met naam en adres van de natuurlijke personen die zich kosteloos persoonlijk zeker gesteld hebben voor de onderneming;
7° de lijst van de vennoten indien de schuldenaar een in artikel XX.1, § 1, eerste lid, c), of een rechtspersoon waarvan de vennoten onbeperkt aansprakelijk zijn, van dit boek bepaalde onderneming is en het bewijs dat de vennoten op de hoogte werden gebracht.
De vorm van de aangifte zelf, zal bij koninklijk besluit worden bepaald.