Een nieuwe wet zorgt voor een betere bescherming tegen reclameronselaars

Analyse Onlangs verscheen in het Staatsblad een wet tot wijziging van de wet van 6 april 2010 betreffende marktpraktijken en consumentenbescherming met het oog op het bestrijden van reclameronselaars.

Deze wet viseert vooral de praktijken waarbij reclameronselaars erin slagen om nietsvermoedende zelfstandigen en ondernemingen te doen intekenen op hun waardeloze bedrijvengids (internetgids, telefoongids…). Ongevraagd krijgen deze laatste een uittreksel betreffende hun bedrijf uit de bedrijvengids, waarin bewust fouten werden aangebracht, met de vraag deze te corrigeren of aan te vullen, maar waarmee ze, zonder het te beseffen, zich inschrijven voor een publicatie of een abonnement voor publicaties in de gids in kwestie waarbij ze zich verbinden tot het betalen van (publicatie)kosten.

UNIZO voert al tientallen jaren de strijd tegen dergelijke reclameronselaars die op erg agressieve manier hun commercieel waardeloze producten aan de man proberen te brengen. Ook VOKA klaagde deze praktijken geregeld aan. Toch bleek deze strijd niet voldoende om de reclameronselaars te doen stoppen met hun misleidende en bedrieglijke reclamewerving. Sommige rechters blijken immers onvoldoende het frauduleuze aspect in te schatten van deze vorm van oplichting.

De problematiek van de reclameronselaars is trouwens geen uitsluitend Belgisch probleem, maar een Europees en zelfs globaal fenomeen. Deze wet is dan ook geïnspireerd op een buitenlands wetgevend initiatief dat uiterst succesvol is gebleken, namelijk de Oostenrijkse wetgeving.
Het Europese Parlement heeft dan ook in haar verslag van 2008 omtrent reclameronselaars gesteld dat deze Oostenrijkse wetgeving een “best practice” in alle landen zou moeten uitmaken.

Welnu, in ons land wordt in de wet van 6 april 2010 betreffende marktpraktijken en consumentenbescherming een nieuw artikel 97/1 ingevoegd dat luidt als volgt :
« Het is verboden voor een onderneming ofwel rechtstreeks, ofwel via een betalingsformulier, een bestelformulier, een factuur, een aanbod, algemene voorwaarden, een voorstel tot verbetering of elk ander soortgelijk document, adverteerders te werven om hen in gidsen, adressenbestanden, telefoonboeken of soortgelijke lijsten of bestanden op te nemen, zonder ondubbelzinnig aan te geven dat deze werving een aanbod van overeenkomst tegen betaling uitmaakt en zonder in het vet en in het grootste lettertype dat in het document wordt gebruikt de duur van de overeenkomst en de hieraan verbonden prijs te vermelden. »
De wet voorziet ook in strafsancties tegen diegenen die dit artikel overtreden.

Hoogstwaarschijnlijk zal deze uitdrukkelijke wettelijke bepaling een belangrijke impact hebben in de strijd tegen de reclameronselaars, rekening houdend met het feit dat:

  1. het duidelijk de reclameronselaars viseert omdat het uitdrukkelijk bepaalt waarmee moet rekening gehouden worden indien men adverteerders werft om hen in gidsen, adressenbestanden, telefoonboeken of soortgelijke lijsten of bestanden op te nemen;
  2. het ook alle vormen van reclameronselarij viseert, of het nu via een betalingsformulier, een bestelformulier, een factuur, een aanbod, algemene voorwaarden, een voorstel tot verbetering of elk ander soortgelijk document gaat;
  3. het eist dat ondubbelzinnig wordt aangeven dat de werving een aanbod van overeenkomst tegen betaling uitmaakt en dat in het vet en in het grootste lettertype dat in het document wordt gebruikt de duur van de overeenkomst en de hieraan verbonden prijs wordt vermeld.