Analyse Sinds 28 mei 2013 zijn de nieuwe mededingingsregels gedeeltelijk van kracht. Het wetboek economisch recht, wat op zich al een lange-termijn project is, bevat Boek IV omtrent de bescherming van de mededinging en Boek V betreffende de mededinging en de prijsevoluties.

Vanaf nu kan de regering de leden van de nieuwe Mededingingsautoriteit benoemen, wat noodzakelijk is om de nodige veranderingen door te voeren.

De volledige invoegetreding van Boek IV en V, waarvan u hier onder een korte bespreking vindt, zal wellicht snel volgen.

Als gevolg van deze nieuwe wetgeving wordt enerzijds de mededingingsautoriteit hervormd en anderzijds wordt de regelgeving inzake prijscontrole gewijzigd.

1.    Hervorming van de Belgische Mededingingsautoriteit

Er zal een onafhankelijk orgaan worden opgericht dat moet waken over de vrije en eerlijke concurrentie. De Belgische Mededingingsautoriteit zal bestaan uit een Voorzitter en diens dienst, het Mededingingscollege, het Directiecomité en het Auditoraat onder leiding van de Auditeur-generaal.

Als gevolg zou de Mededingingsautoriteit een gestroomlijnd orgaan moeten zijn en zou het haar functies op meer adequate wijze kunnen uitoefenen. Dit orgaan zal artikel 101 en 102 VWEU efficiënter kunnen toepassen.

De wet wijst een vertegenwoordigingsbevoegdheid toe aan de Voorzitter. Zo zal het België in de Europese en internationale mededingingsorganisaties moeten vertegenwoordigen voor besprekingen die betrekking hebben op de mededingingsregels en mededingingsbeleid.

Het Mededingingscollege zal daarentegen de bevoegdheid hebben om beslissingen te nemen in mededingingsrechtelijke zaken en het Directiecomité zal instaan voor de organisatie en samenstelling van de dienst van de Voorzitter en het Auditoraat. Bovendien zal het Directiecomité de richtsnoeren moeten vast stellen met betrekking tot de toepassing van de mededingingsregels

Tenslotte zal het Auditoraat belast zijn met het onderzoek naar concentraties. Ingevolge de nieuwe wetgeving zal de onderzoeksbevoegdheid van het Auditoraat uitgebreider zijn dan voordien, waarbij de onafhankelijkheid van het onderzoek wordt gegarandeerd.

2.    Hervorming van bepaalde procedures

Het injunctierecht dat aan de Minister van Economie wordt toebedeeld is nieuw. Op basis hiervan kan de Minister een onderzoek bevelen.

Een volgende belangrijke vernieuwing is de invoering van de voorlopige maatregelen. Het Auditoraat, een klager of de Minister zullen om voorlopige maatregelen kunnen verzoeken gedurende het onderzoek van een dossier indien dringend een toestand dient vermeden te worden die een ernstig, onmiddellijk en moeilijk herstelbaar nadeel kan veroorzaken voor de ondernemingen waarvan de belangen aangetast worden door deze praktijken of die schadelijk kan zijn voor het algemeen economisch belang. Vervolgens zal het Mededingingscollege dergelijke maatregelen kunnen opleggen om deze praktijken te schorsen. In dit verband moet genoteerd worden dat de procedurele termijnen ter zake vrij kort zijn.

Niettemin zal het mogelijk zijn om hoger beroep in te stellen tegen beslissingen van het Mededingingscollege bij het Hof van Beroep te Brussel. Hoewel het hoger beroep op zich geen schorsende werking kent, zal het toch mogelijk zijn om de schorsing van de voorlopige uitvoering van de beslissing te verzoeken.

Daarnaast is het Auditoraat bevoegd om transactie gesprekken aan te gaan met het bedrijf dat aan het onderzoek onderworpen is. De wet voorziet hierin een specifiek procedure, op basis waarvan deze transactie gesprekken kunnen plaatsvinden. Om in aanmerking te komen voor een transactie voorstel, is het echter wel vereist dat de onderneming in kwestie haar verantwoordelijkheid en betrokkenheid bij de inbreuk erkent.

Tenslotte is het belangrijk te vermelden dat ingevolge de nieuwe regels, ook natuurlijke personen aan sancties kunnen onderworpen worden. Dit zou een impuls moeten zijn voor het management om zich te onthouden van medewerking aan oneerlijke mededinging.

3.    De mededinging en de prijsevoluties

Het wetboek van economisch recht bevat tevens boek V, betreffende de mededinging en de prijsevoluties. Ondanks het bestaan van regelgeving ter zake, is het basisprincipe van prijsbepaling door de vrije markt nog steeds van kracht. Het Prijzenobservatorium zal echter professionele en consumentenorganisaties of andere belanghebbenden kunnen raadplegen indien het een probleem zou vaststellen inzake prijzen, marges, abnormale prijsevoluties of structurele marktproblemen.

Daarnaast zal het Prijzenobservatorium de Minister inlichten omtrent haar rapport en zal dit rapport overmaken aan het Mededingingscollege. Op basis van dit rapport is het Mededingingscollege bevoegd om provisionele maatregelen van maximaal 6 maanden te bevolen om inbreukmakende praktijken te staken.

4.    Besluit

De invoering van een nieuw Mededingingsautoriteit is een positieve evolutie en zal  in principe de handhaving van de mededinging beter kunnen bewerkstelligen. Er kunnen echter vragen rijzen omtrent enkele procedurele kwesties, aangezien de bevoegdheid van het Mededingingsautoriteit aanzienlijk wordt uitgebreid. Het zal dus enige tijd duren alvorens we kunnen besluiten of de Mededingingsautoriteit zal functioneren als een onafhankelijk en evenwichtig orgaan en of deze hervormingen hun doel bereiken en dus de eerlijke mededinging voldoende waarborgen, dan wel een last zijn voor de vrije markt.

Meer weten over dit onderwerp?

Contacteer onze experten of bel +32 (0)2 747 40 07
Leo Peeters

Leo Peeters

Partner