- Handels- en Economisch Recht
- corona , coronavirus , federale overheidsmaatregelen , steunmaatregelen
Bedrijven die omwille van de coronacrisis hun activiteiten volledig of gedeeltelijk moeten stopzetten of wegens een kettingreactie van partnerondernemingen hun omzetcijfer, hun bestellingen, hun cliënteel aanzienlijk zien dalen, kunnen beroep doen op een aantal steunmaatregelen van de overheid om het hoofd te bieden aan deze coronacrisis.
Bekijk hier de samenvatting: Extra economische steunmaatregelen.pdf
Lees ookBedrijven die omwille van Corona hun activiteiten volledig of gedeeltelijk moeten stopzetten of wegens een kettingreactie van partnerondernemingen hun omzetcijfer, hun bestellingen, hun cliënteel aanzienlijk zien dalen, kunnen beroep doen op een aantal steunmaatregelen van de overheid om het hoofd te bieden aan deze coronacrisis.
"Ik kan het personeel niet meer tewerkstellen, wat nu? Ik ben een werknemer in quarantaine, wat nu? Ik zit vast in het buitenland in quarantaine, wat nu? Moet ik de arbeidskosten verder betalen?"
De federale regering besliste om vanaf 1 oktober 2020 het stelsel van tijdelijke werkloosheid Corona weer open te stellen voor alle werkgevers en werknemers tot 31 maart 2021. Eventueel kan nog in een verlenging voorzien worden.
Er moet dus geen rekening meer gehouden worden met de tweedeling tussen enerzijds ondernemingen die beschouwd werden als een uitzonderlijk hard getroffen onderneming of die behoorden tot een uitzonderlijk hard getroffen sector en anderzijds ondernemingen die niet aan bovenvermelde voorwaarden voldeden.
Het stelsel van de tijdelijke werkloosheid wegens Corona is een maatregel die ervoor zorgt dat de onderbreking van de activiteit geen beëindiging van de arbeidsovereenkomsten met de werknemers met zich mee moet brengen. De arbeidskosten moeten niet verder door de werkgever worden gedragen.
De RVA betaalt een uitkering van 70% van het geplafonneerd loon (€ 2.754,76) aan de werknemers die niet meer tewerkgesteld kunnen worden. De regering heeft beslist om het bedrag van de uitkering te vermeerderen met 150 EUR per maand (€ 5,63/dag). Dit is geldig tot 31 maart 2021.
Er is één procédure die van toepassing is op zowel arbeiders als bedienden die kan aangevraagd worden met een speciaal corona-aanvraagformulier van de RVA.
Meer informatie hierover vindt u door hier te klikken.
1.2 Andere maatregel
"Ik ben zaakvoerder van een onderneming waarvan de activiteit stopgezet is. Ik ben een zelfstandige en mijn activiteit is onderbroken, wat nu?"
De overheid wil deze zelfstandigen tegemoetkomen en voorzien in een vervangingsinkomen door de toegang tot het overbruggingsrecht te versoepelen.
Daartoe zijn 3 modaliteiten van het klassieke overbruggingsrecht in het leven geroepen: het corona overbruggingsrecht, het relance overbruggingsrecht en het overbruggingsrecht ingeval van quarantaine of sluiting van klas, school of kinderopvang. Daarnaast blijft ook het klassieke overbruggingsrecht toegankelijk.
2.1 Het Corona overbruggingsrecht
Naar aanleiding van de tweede coronagolf en gepaard gaande verstrenging van de maatregelen, is de versoepeling van het overbruggingsrecht licht gewijzigd. Zo hebben zelfstandigen die getroffen worden door die strengere maatregelen recht op bijkomende steun. Voor hen wordt voorzien in een dubbele uitkering van het overbruggingsrecht.
Enkel volgende zelfstandigen kunnen aanspraak maken op het dubbele overbruggingsrecht
Indien je afhankelijk bent van een verplicht gesloten sector, maar je blijft werken, kom je enkel in aanmerking voor het normale, enkele overbruggingsrecht.
Om als afhankelijk van een gesloten sector te worden beschouwd, moet minstens 60% van je activiteiten met verplicht gesloten sectoren verbonden zijn. Je hoeft geen bewijsstukken bij je aanvraag te voegen (hou ze ter beschikking voor een eventuele controle), maar het moet wel uit de motivering van jouw aanvraag blijken.
Hoeveel bedraagt de uitkering? De uitkeringen worden als volgt samengesteld:
Met gezinslast | Zonder gezinslast | |
Volledige uitkering | € 1.640,10 | € 1.291,69 |
Gedeeltelijke uitkering | € 807,05 | € 645,85 |
Dubbele uitkering | € 3.228,20 | € 2.583,38 |
Een gedeeltelijke uitkering wordt toegekend aan zelfstandigen in bijberoep die in het referentiejaar (drie jaar terug) een jaarlijks belastbaar inkomen hebben tussen de € 6.996,89 en € 13.993,77.
De aanvraag wordt gedaan bij uw sociaal zekerheidsfonds.
Voor informatie verwijzen we naar de volgende website:
https://www.vlaio.be/nl/subsidies-financiering/subsidiedatabank/overbruggingsrecht-voor-zelfstandigen-coronavirus#Corona-overbruggingsrecht
2.2 Het relance overbruggingsrecht
In de eerste coronagolf werden heel wat zelfstandigen verplicht hun activiteiten te onderbreken. Het relance overbruggingsrecht kent steun toe aan zelfstandigen die nog te kampen hebben met een omzetverlies na de heropstart. Het gaat opnieuw om steun die eigenlijk onder het overbruggingsrecht valt, maar waarvan de voorwaarden versoepeld werden door de coronacrisis.
De voorwaarden om het relance overbruggingsrecht te verkrijgen zijn de volgende:
De omvang van de steun is bepaald in functie van de gezinslast:
Met gezinslast | Zonder gezinslast | |
Relance overbruggingsrecht | € 1.410,10 | € 1.291,69 |
Het overbruggingsrecht bij heropstart moet je aanvragen bij je sociale verzekeringsfonds, dat een aanvraagformulier ter beschikking stelt.
Normaal gezien zou het heropstart - overbruggingsrecht aflopen op 31 oktober 2020, maar door de evolutie van de huidige situatie en de moeilijkheden waarmee de zelfstandigen momenteel worden geconfronteerd, wordt het tot en met 31 december 2020 verlengd.
2.3 Overbruggingsrecht bij quarantaine of gesloten klas, school of kinderopvang
De overheid heeft ook de toegang tot het overbruggingsrecht versoepeld voor zelfstandigen die niet moeten sluiten of heropstarten, maar wel hinder ondervinden door de coronacrisis doordat ze in quarantaine moeten gaan of doordat de klas, school of kinderopvang gesloten is.
Wel is vereist dat door de quarantaine of sluiting van klas, school of kinderopvang, de zelfstandige activiteit minstens 7 dagen onderbroken is. Daarenboven mag je geen vervangingsinkomen genieten vanaf de eerste werkdag van de onderbreking van je activiteit, anders kom je niet in aanmerking.
De omvang van de steun wordt als volgt bepaald:
Met gezinslast | Zonder gezinslast | |
28 dagen of meer | € 1.614,10 | € 1.291,69 |
Tussen 21 en 27 dagen | € 1.210,58 | € 968,77 |
Tussen 14 en 20 dagen | € 807,06 | € 807,05 |
Tussen 7 en 13 dagen | € 403,52 | € 403,53 |
Minder dan 7 dagen | € 0 | € 0 |
Vraag het overbruggingsrecht aan bij je socialeverzekeringsfonds. Doe dit voor het einde van het tweede kwartaal dat volgt op het kwartaal waarin je je zelfstandige activiteit hebt onderbroken of stopgezet. Voeg bij je aanvraag de nodige documenten waaruit de oorzaak van je onderbreking of stopzetting blijkt.
2.4 Verdubbeld overbruggingsrecht
Een dubbel overbruggingsrecht kan aangevraagd worden door de bedrijven die hun activiteit volledig of gedeeltelijk hebben moeten stopzetten wegens de COVID-maatregelen. Dit geldt dus ook voor bedrijven die hun activiteit gedeeltelijk verder zetten, zoals take-away bij restaurants.
Ook wie actief is in sectoren die afhankelijk zijn van deze sectoren en die hun zelfstandige activiteit volledig moeten onderbreken, komen in aanmerking voor dit dubbele crisis-overbruggingsrecht.
De dubbele uitkering bedraagt:
Een verlenging in december kan nog volgen via een koninklijk besluit.
Zelfstandigen die hun activiteit stopzetten of onderbreken, kunnen in bepaalde situaties ook een beroep doen op het klassieke overbruggingsrecht.
De aanvraag wordt gedaan bij uw sociaal zekerheidsfonds.
Voor informatie verwijzen we naar de websites van het rsvz en vlaio.
"Door de coronacrisis kan ik mijn voorschotten voorlopig niet of niet meer betalen. Wat nu?"
De overheid voorziet in de mogelijkheid om uitstel of vrijstelling van RSZ-voorschotten te vragen.
Zelfstandigen die moeilijkheden ondervinden door het coronavirus kunnen een uitstel of vrijstelling van betaling van sociale bijdragen vragen.
Alle zelfstandigen kunnen een uitstel van betaling van de voorschotten op de RSVZ-bijdragen aanvragen voor een periode van één jaar zonder dat hierbij een verhoging aangerekend wordt en zonder impact op hun rechten.
Dit heeft betrekking op de voorlopige bijdragen van de vier kwartalen van het jaar 2020 én op de (nog niet betaalde) regularisatiebijdragen van de kwartalen van 2018
De bijdrage van het vierde kwartaal 2020 en de regularisatiebijdragen van 2018 die vervallen op 31 december 2020 moeten betaald worden vóór 15 december 2021.
Tot 15 december kan u nog betalingsuitstel aanvragen voor alle kwartalen van 2020.
De schriftelijke aanvraag moet gebeuren via het sociale verzekeringsfonds.
De zelfstandigen die hun voorschotten of regularisaties helemaal niet kunnen betalen, kunnen een aanvraag indienen om vrijgesteld te worden van de betaling van deze sociale bijdragen.
Welke zelfstandigen?
Dit betekent dat de maatregel niet geldt voor
Hoe?
Wilt u een vrijstelling aanvragen voor uw voorlopige bijdragen? Dan gaat u best eerst na of u in aanmerking komt voor een vermindering van deze voorlopige bijdragen. U bent niet verplicht om eerst een vermindering van je voorlopige bijdragen te vragen. Maar als u dit niet doet en u komt hiervoor in aanmerking, dan kan het RSVZ beslissen om uw aanvraag niet in overweging te nemen.
Het RSVZ beoordeelt uw situatie aan de hand van de elementen die u inroept bij het indienen van je aanvraag. Het RSVZ baseert zich op de elementen die u inroept en houdt geen rekening met elementen die u niet meedeelt. Vermits u deze elementen moet bewijzen is het belangrijk de gevraagde rechtvaardigingsstukken bij te voegen. Als u dit niet doet, kan het RSVZ uw aanvraag weigeren omdat ze onvoldoende gemotiveerd is
U kan uw aanvraag online indienen via de website van de FOD Sociale Zekerheid (https://www.socialsecurity.be/citizen/nl/static/applics/cvb/index.htm ) of via uw sociaal verzekeringsfonds.
Gevolgen?
Als uw aanvraag wordt toegekend dan zal u de sociale bijdragen niet moeten betalen. Maar opgelet! De kwartalen waarvoor u vrijstelling krijgt, tellen niet mee voor de berekening van uw pensioen.
Zelfstandigen die moeilijkheden ondervinden ten gevolge van het coronavirus, kunnen een vermindering vragen van hun voorlopige sociale bijdragen voor het jaar 2020 als hun beroepsinkomsten lager liggen dan één van de wettelijke drempels.
Contacteer daarvoor uw sociaal verzekeringsfonds.
"Mijn onderneming ondervindt financiële moeilijkheden door de coronacrisis waardoor de betaling van werkgeversbijdragen moeilijk wordt of momenteel onmogelijk is."
Werkgevers kunnen tot 15 december 2020 uitstel van RSZ-betalingen krijgen met betrekking tot de RSZ van het eerste en tweede kwartaal.
De RSZ maakt hierbij een onderscheid tussen twee categorieën van werkgevers:
Deze categorie van werkgevers heeft betrekking op de ondernemingen die verplicht moeten sluiten:
Deze ondernemingen krijgen via de toepassing “coronacrisis check RSZ-uitstel" de mogelijkheid om zelf na te gaan of het uitstel van betaling correct werd toegekend.
Het gaat om de onderneming die niet behoren tot de categorie van ondernemingen die verplicht moeten sluiten maar die "zelf beslist" hebben om te sluiten. Het gaat bijvoorbeeld om ondernemingen die zich genoodzaakt zien te sluiten omdat hun toeleveranciers of klanten verplicht werden om te sluiten.
De RSZ houdt hierbij rekening met de volgende ondernemingen:
Deze ondernemingen moeten zich melden via een elektronische verklaring op eer.
Werkgevers, die niet getroffen zijn door een verplichte sluiting, maar die niettemin hun economische activiteit sterk verminderd zien voor het 2de kwartaal 2020, kunnen ook een betalingsplan aanvragen voor hun werkgeversbijdragen. Ze moeten hiertoe een verklaring op eer indienen met behulp van een elektronisch formulier waarin ze verklaren dat de coronacrisis voor hun onderneming zal leiden tot:
De giften van medische hulpgoederen aan ziekenhuizen en zorginstellingen zullen niet onderworpen worden aan btw.
Ook wanneer men tijdelijk extra kosten maakt voor bijvoorbeeld de productie van medisch hulpgoederen zal men deze kunnen inbrengen als beroepskosten.
De algemene administratie van de douane en accijnzen heeft beslist om een bijkomende betalingstermijn toe te kennen met betrekking tot de accijnzen, de verpakkingsheffing voor alcohol, alcoholhoudende dranken en de BTW.
Wie kan aanspraak maken op wat?
Wie niet? De tijdelijk geregistreerde bestemmelingen.
Vanaf wanneer? Deze maatregel is van toepassing voor de aangiften ingediend vanaf 21/03/2020.
De maatregelen zijn van toepassing tot 30 juni 2020.
Voor de houders van een kredietrekening, zullen alle aangiften ingediend in PLDA (PaperLess Douane en Accijnzen) vóór 1 juli automatisch genieten van de verlenging van de betalingstermijn.
Voor de niet-houders van een kredietrekening, zullen alle in verbruikstellingen verricht vóór 1 juli automatisch genieten van de maatregel inzake verlenging van de indienings- en betalingstermijn van de aangiften.
Bent u btw-belastingplichtige en dient u kwartaal- of maandaangiften in?
Dan moet u dit jaar geen decembervoorschot betalen op de btw met betrekking tot uw verrichtingen van:
Een nieuw tax shelter-systeem Covid-19, tijdelijk tot het einde van het jaar en dat openstaat voor alle KMO’s die de gevolgen van de Covid-19-crisis hebben ondervonden.
Particulieren kunnen een belastingvermindering bekomen in de personenbelasting van 20% indien zij rechtstreeks nieuwe aandelen verwerven van een kleine vennootschap waarvan de omzet voor de periode van 14 maart 2020 tot 30 april 2020 met minstens 30% gedaald is ten opzichte van dezelfde periode van 2019.
5.4.1 Voorwaarden
Wel is vereist dat het gaat om een Belgische vennootschap die als "klein" wordt aangemerkt. Dat wil zeggen dat niet meer dan één van volgende criteria mag worden overschreden.
Van zodra een onderneming aan twee of drie criteria voldoet, wordt deze niet langer aangemerkt als een kleine onderneming.
Bovendien moet de kleine vennootschap het slachtoffer zijn van een omzetdaling van 30% in de periode 14 maart tot 30 april 2020. Dit moet worden vergeleken met de omzet van dezelfde periode in 2019.
5.4.2 Aanvraag
De kleine vennootschap verstrekt aan de belastingplichtige, tot staving van de aandelenverwerving, het bewijs waaruit blijkt dat:
De oprichting of uitbreiding van een onderneming gaat vaak gepaard met een investering. Onder bepaalde voorwaarden kan die investering deel worden afgetrokken van de belastbare winst. Aldus verkrijgt men een fiscaal voordeel. Er zijn verschillende categorieën investeringsaftrek, en het percentage dat kan worden afgetrokken varieert dan ook van situatie tot situatie.
Door de coronacrisis heeft de federale overheid als steunmaatregel voorzien in een verhoogde investeringsaftrek (25%) voor investeringen die vanaf 12 maart zijn gedaan.
De Federale Regering besliste op 6 november om de verhoogde investeringsaftrek van 25% te verlengen voor investeringen gedaan tot eind 2022. Deze verhoogde investeringsaftrek is van toepassing, op eenmanszaken, vrije beroepen en op ondernemingen die voldoen aan de fiscale definitie van kleine vennootschap.
Concreet zijn er verschillende categoriën voor verschillende soorten investeringen:
Meer info vind je hier (https://www.vlaio.be/nl/media/862 )
De BTW op kosten verbonden aan de organisatie van evenementen en de catering mag tot 31 december voor 100% in plaats van voor 50% afgetrokken worden. Zo wordt voorkomen dat de evenementen massaal worden uitgesteld tot volgend jaar, waardoor de al zwaar getroffen sector nog meer problemen zou kunnen krijgen.
Het aandeel van het netto-inkomen dat in aanmerking komt voor de belastingvermindering voor giften wordt verhoogd van 10 naar 20%. Tegelijkertijd zal de belastingvermindering voor giften aan erkende instellingen in 2020 worden verhoogd van 45 naar 60%. Deze laatste bepaling is met name gericht op de vrijwilligerssector en zal ngo’s en non-profitorganisaties steunen waarvan de activiteiten van algemeen belang zwaar zijn getroffen door de crisis.
De ondernemingen (natuurlijke personen en rechtspersonen met een ondernemingsnummer) die hinder ondervinden ingevolge het coronavirus en betalingsmoeilijkheden ondervinden, kunnen financiële steun aanvragen aan de FOD-financiën in de vorm van een afbetalingsplan.
Dit afbetalingsplan betreft de BTW, bedrijfsvoorheffing, personenbelasting, rechtspersonenbelasting en vennootschapsbelasting.
Ze kunnen een spreiding vragen van de betaling van de BTW, de bedrijfsvoorheffing, de personen-, vennootschaps- en rechtspersonenbelasting zonder hierbij blootgesteld te worden aan enige boete of nalatigheidsintresten.
De onderneming moet aantonen dat het ingevolge het coronavirus financiële moeilijkheden ondervindt aan de hand van bv. een daling van het omzetcijfer, het cliënteel, de bestellingen of als gevolg van een kettingreactie van partnerondernemingen.
De aanvraag moet per schuld apart ingediend worden voor 30 juni 2020 (dus niet per maatregel) bij het regionaal invorderingscentrum van uw gemeente.
De regering heeft tijdens de persconferentie van 20 maart aangegeven dat de steunmaatregelen (premies enz..) niet belast zullen worden op federaal niveau.
Het aantal dagen gelegenheidsarbeid in de land- en tuinbouw wordt verdubbeld voor het jaar 2020. Op deze dagen kunnen de werkgevers uit de land- en tuinbouw gebruik maken van het voordelige stelsel van de gelegenheidsarbeid waarbij de bijdragen berekend worden op een forfaitair dagbedrag.
Concreet geldt het volgende:
In het kader van ondernemingskredieten hebben de federale regering en de financiële sector voorzien in de mogelijkheid om betalingsuitstel et vragen.
Deze maatregel houdt in dat de onderneming gedurende maximaal 6 maanden geen aflossingen van kapitaal moet doen. De onderneming moet wel de interesten blijven betalen. Nadat de periode van uitstel is afgelopen, hernemen de betalingen, met als gevolg dat de looptijd van het krediet verlengd wordt met de periode van het betalingsuitstel.
De Federale Regering heeft op 6 november beslist om de garantieregeling voor kmo's te verlengen tot 30 juni 2021.
De maatregel kan worden gevraagd door KMO’S, niet-financiële ondernemingen, zelfstandigen en non-profit organisaties, met betrekking tot kaskredieten, kredieten met een vast aflossingsplan en vaste voorschoten. De maatregel is echter niet van toepassing op leasing- en factoringovereenkomsten.
Voor de toekenning van het betalingsuitstel, zal men als onderneming moeten beantwoorden aan de volgende voorwaarden :
De maatregel wordt rechtstreeks met de bankinstelling onderhandeld.
De federale regering en de tien partijen willen een positieve dynamiek creëren, allereerst en prioritair voor de mensen, maar ook voor de economische activiteit van ons land. Bij deze maatregelen zit onder meer:
Daarnaast komt er extra steun voor de OCMW’s door middel van een verdere tijdelijke verhoging van het terugbetalingspercentage van de federale overheid met 15 procent.
Aan werkgevers wordt de mogelijkheid gegeven om een forfaitaire vergoeding toe te kennen aan hun werknemers die door de coronamaatregelen van thuis uit moeten werken. Voor deze vergoeding werd een fiscaal gunstregime toegekend.
Zo moet er op het bedrag van de vergoeding, € 129,48 geen belasting noch RSZ bijdragen worden betaald. Ook voor de werknemer is de vergoeding fiscaal aantrekkelijk, het gaat immers om een niet-belastbare terugbetaling van eigen kosten van de werkgever.
Die forfaitaire thuiswerkvergoeding wordt geacht de bureaukosten te dekken. Dit zijn kosten gerelateerd aan de inrichting en het gebruik (inclusief huur en eventuele afschrijvingen) van een bureau, printer- en computermateriaal, kantoorbenodigdheden, nutsvoorzieningen zoals water, elektriciteit en verwarming, onderhoud, verzekering, onroerende voorheffing, ... in de verblijfplaats van de werknemer.
Bovenop de forfaitaire vergoeding, die enkel de bureaukosten dekt, kan ook een vergoeding worden toegekend voor de privé internetaansluiting en -abonnement (maximum € 20) en het gebruik van een privécomputer (maximum 20€).
Al de werknemers die van thuis uit werken, komen in aanmerking, ongeacht de verschillende categorieën en/of de deeltijdse of voltijdse tewerkstelling.
Meer instructies over de aanvraagprocedure vind je terug op de site van de RSZ:(https://www.socialsecurity.be/employer/instructions/dmfa/nl/latest/instructions/salary/particularcases/expensesreimbursement.html )
De FOD Financiën heeft een administratieve schorsing aangekondigd tot en met 31 maart 2021 voor fiscale en niet fiscale schulden verschuldigd sinds 1 januari 2020.
Het gaat onder meer om de vennootschapsbelasting, de btw, de personenbelasting, de bedrijfsvoorheffing en rolrechten.
Deze schorsing van de invordering geldt niet voor:
Welke maatregelen blijven toegelaten?
Let op! Dit staat niet gelijk met een kwijtschelding van de "coronaschulden".
Deze schulden zullen ondanks alles nog altijd moeten betaald worden, en de nalatigheidsinteresten blijven verder lopen tijdens de schorsingsperiode. Het is dus wenselijk om te betalen als u hiertoe de mogelijkheid heeft, of zo niet contact op te nemen met een van onze infocenters(externe link) om een oplossing te zoeken.
Het spreekt voor zich dat wij u met raad en daad kunnen bijstaan om vooreerst uw rechtspositie te analyseren en verder te overwegen welke actie u kan of moet ondernemen. U kunt ons steeds bereiken via het nummer 02/747 40 07 of via CoronaTaskforce@seeds.law.
Update op 12 november 2020